Veel mensen vragen zich af of je bewusteloos kunt raken door pijn. Ten eerste wordt hier bewusteloosheid verward met flauwvallen. Door hevige pijn kan je inderdaad flauwvallen. Bij pijn verwijden de bloedvaten zich. Hierdoor stroomt er meer bloed naar beneden, zoals de benen. De hersenen krijgen daardoor tijdelijk minder bloed. Dit heeft flauwvallen als gevolg. Vaak is het voldoende om de patiënt neer te leggen met de benen omhoog. Aanspreken en aan de schouders schudden zorgt er vaak voor dat de patiënt weer snel bijkomt.

Wat is flauwvallen?

Flauwvallen lijkt ernstig, maar dat valt meestal mee. Eigenlijk is flauwvallen een veiligheidsme0chanisme van het lichaam om de bloeddrukregeling te herstellen. De meeste mensen komen na enkele minuten weer bij bewustzijn. Het is verstandig om niet direct op te staan na het flauwvallen, zodat het autonome zenuwstelsel van het lichaam zich kan herstellen.

Symptomen

Flauwvallen komt meestal niet uit de lucht vallen. Er zijn vaak bepaalde voortekenen, zoals misselijkheid, oorsuizen, zweten en je licht voelen in je hoofd. Je gezicht wordt bleek, je pols wordt zwak als gevolg van de dalende hartslag.

Oorzaak van flauwvallen

De oorzaak van flauwvallen is een ontregelde bloeddruk. Als je rechtop staat, zakt het bloed naar je buik en benen. Het hart vult zich dan minder goed met bloed. De hoeveelheid bloed die het hart rondpompt, daalt, en zo ook de bloeddruk. Als het gevolg hiervan versmallen bloedvaten in buik en benen. Je hart gaat sneller kloppen, waardoor de bloeddruk weer stijgt. Als je flauwvalt, reageert je lichaam onvoldoende op de daling van de bloeddrukken. Er komt even te weinig zuurstof bij de hersenen. Daardoor kun je enkele minuten buiten bewustzijn raken. De hersenen zijn namelijk erg gevoelig voor zuurstoftekort, zelfs als dat enkele seconden duurt.

De oorzaak die het vaak voorkomt bij flauwvallen, is reflexsyncope: een reflex die maakt dat de bloeddruk daalt en de hartslag vertraagt. Voor die reflex zijn ook verschillende oorzaken aan te wijzen:

Heftige emoties
• Oververmoeidheid
Te weinig eten
Flauwvallen van de warmte
Hoesten
Pijn
Slikken
• Langdurig staan
• Injectie of het zien van bloed

Ook plotseling opstaan kan flauwvallen uitlokken. Een zeer ernstige, minder vaak voorkomende oorzaak is een hartafwijking, bijvoorbeeld een hartritmestoornis. Bij een hartritmestoornis kan het hart vertragen, versnellen of zelfs plotseling stilstaan. Ook kan er sprake zijn van andere hartziektes.

Is flauwvallen gevaarlijk?

Flauwvallen lijkt ernstiger dan het is. Als je op de grond valt, komen hoofd en hart op dezelfde hoogte te liggen. Dan hoeft het hart minder hard te pompen om de hersenen te voorzien van bloed. Je raakt weer bij bewustzijn als het zuurstofgehalte binnen de hersenen weer op pijl is. Als je niet vaker dan een keer per drie of zes maanden flauwvalt, dan is er waarschijnlijk niets aan de hand. Maar als je vaker flauwvalt, dan kan dat betekenen dat je lijdt aan een aandoening. In dat geval is het verstandig om contact op te nemen met de huisarts. Aan de hand van gesprekken en lichamelijk onderzoek kan de diagnose worden besteld.

Wat is bewusteloosheid?

Bij bewusteloosheid valt iemand langdurig flauw. Hierbij heeft de patiënt geen aandacht meer op de omgeving en reageert ook niet meer op prikkels van buitenaf. Pijnprikkels wekken de patiënt niet en de patiënt is volledig verslapt. Wanneer bewusteloosheid kort duurt, spreken we van flauw vallen. Iemand die flauwvalt, zal na enkele seconden tot minuten vanzelf weer bijkomen. Bewusteloosheid duurt langer en niet altijd komt de patiënt vanzelf bij. Soms is hier medische hulp bij nodig. De oorzaak voor bewusteloosheid is altijd te vinden in de hersenen. Hierbij kan er zuurstoftekort ontstaan, inwerking van giffen of beschadiging van de hersenen. Zowel kinderen als volwassenen kunnen bewusteloos raken.

Coma en Langdurige Coma

Iemand in coma is buiten bewustzijn en is er sprake van ernstig hersenletsel. De patiënt is zo diep buiten zijn bewustzijn dat het lijkt alsof deze in een diepe slaap is. Echter, reageert de patiënt niet op zijn omgeving of aanrakingen. Coma wordt ook wel schijndood genoemd: de patiënt is niet echt dood, hoewel sommige verschijnselen wel in die richting wijzen. Bij een coma wordt er nog elektrische activiteit in de hersenen gemeten. De hersenen functioneren soms nog maar gedeeltelijk. Soms is het nodig dat een comapatiënt kunstmatig beademd moet worden omdat net dat deel van de hersenen (de aansturing voor de ademhaling) beschadigd is. In andere gevallen is de comapatiënt in staat zelf adem te halen. De bloeddruk moet soms ook middels medicijnen op peil gehouden worden. Andere lichaamsfuncties moeten soms ook overgenomen worden middels medisch ingrijpen. Een belangrijk verschil met hersendood is dat in het geval van coma nog enige hersenactiviteit aanwezig is. Er is dus kans op spontaan herstel. Een coma duurt gemiddeld 4 tot 7 weken. Hoe iemand uit coma komt is vaak niet te voorspellen. Pas na het ontwaken wordt duidelijk hoeveel schade de hersenen hebben opgelopen. Soms houdt de patiënt er geen verschijnselen aan over, aan de andere kant kunnen er blijvende verlammingen (lichamelijk of geestelijk) zijn ontstaan.

Bij langdurige coma ontwaakt de patiënt niet na 7 weken. Hoe langer de coma duurt, hoe kleiner de kans op herstel. De hersenen zijn dan niet meer in staat zichzelf te herstellen en de functies raken steeds meer uitgeschakeld. Bij langdurige coma wordt er daarom ook wel van hersendood gesproken. Dit is voor nabestaanden soms moeilijk te bevatten: de patiënt voelt immers warm aan, hij haalt adem en zijn hart klopt. Deze lichaamsfuncties worden echter door apparatuur en medicijnen overgenomen. Zonder dit ingrijpen zullen de hersenen niet in staat zijn dit over te nemen en ook geen enkele elektrische activiteit vertonen. Er komt een punt dat de nabestaanden moeten beslissen 'de stekker eruit te laten halen'. Hierbij wordt de patiënt losgekoppeld van alle apparatuur die zijn lichaamsfuncties kunstmatig overnemen. De patiënt zal hierna snel 'overlijden'. Het woord overlijden is tussen aanhalingstekens gezet omdat de patiënt al hersendood was en feitelijk dus ook al overleden was. Het heeft weinig zin een hersendode patiënt kunstmatig in leven te blijven houden.

Schijndood: wat is dat?

Iemand die schijndood is, is niet hersendood. Schijndood is een toestand van diepe bewusteloosheid. De grootste angst die mensen vaak hebben, is om begraven te worden terwijl ze schijndood zijn. Wie namelijk wakker wordt in een lijkkist diep onder de grond, zal daar een langzame verstikking te wachten staan.

Optreden schijndood

Schijndood treedt vooral in bepaalde gevallen op. Zo kan je denken aan elektrocutie, waarbij alle lichaamsfuncties uitgeschakeld lijken te zijn. Bij ernstige onderkoeling kan het hart zo traag gaan werken dat het slachtoffer ook schijndood is. Ook bij verdrinking treedt wel eens de schijndood op. Vergiftiging met alcohol of andere middelen kan ook schijndood opwekken. Wanneer iemand een traumatische shock heeft opgelopen die zeer ernstig is, zoals bij een groot ongeval, kan ook schijndood optreden.

Levend begraven

De nachtmerrie van eenieder: levend begraven worden. Vroeger had men hier zoveel angst voor dat een dode niet direct begraven werd, maar eerst een aantal dagen in een speciaal huisje werd geplaatst. Aan een van de vingers kreeg de vermeende dode een touwtje, dat verbonden was met een bel. Wanneer de dode weer zou herleven, dan kon deze de andere mensen waarschuwen.
Pas na een aantal dagen werd de dode echt begraven.

Hoewel dit iets is van vroegere tijden, wordt de methode wel nog steeds toegepast. Een dode mag pas begraven of gecremeerd worden na 36 uur. Eventuele schijndood kan dan voor die 36 uur opgemerkt worden. Ontbindingsverschijnselen zijn dan meestal al waar te nemen, lijkvlekken zijn al eerder te zien. Een en ander hangt wel af van de mate van bewaring van het lijk: in de koeling, zoals hier meestal het geval is, zal ontbinding langer op zich laten wachten.

Hersendood

Bij hersendood spreken we over de toestand die optreedt wanneer alle functies van de hersenen aan zijn getast en niet meer te herstellen zijn door middel van eigen herstel of door middel van hulp van buitenaf (medisch ingrijpen). Hersendood is het definitieve punt waarop de dood zijn intrede doet. Op een EEG is geen elektrische activiteit in de hersenen te zien.

Klinisch dood

Vaak wordt er ook gesproken van klinisch dood. Dit brengt verwarring met zich mee, want wanneer is iemand klinisch dood en wanneer hersendood. Zoals eerder al aangegeven, is iemand hersendood wanneer de hersenfuncties volledig uitgeschakeld zijn. Bij een klinische dood ontbreken ademhaling en bloedsomloop, maar is het soms mogelijk deze persoon weer tot leven te wekken. De functies van de hersenen zijn nog niet volledig uitgeschakeld.

Dood en toch een kloppend hart

Het komt voor: iemand is dood en toch klopt het hart. Dit komt door het feit dat het hart uit zichzelf klopt zonder dat het wordt aangestuurd door de hersenen. Wanneer de hersenen zijn uitgeschakeld of onherstelbaar zijn beschadigd, kan het hart nog enige tijd blijven kloppen. Andersom kan ook: het hart staat stil maar iemand is nog niet dood. Artsen zullen vaak proberen het hart weer op gang te brengen, en vaak lukt dit ook. Vroeger was een hartstilstand het kenmerk van definitief overlijden. Tegenwoordig is de hersendood het definitieve punt van overlijden. Hersendood wordt soms ook wel eens de biologische dood genoemd.

Verklaring dood

De verklaring dat iemand dood is, wordt door een arts vastgelegd. Deze doet dit door middel van het nakijken van de hartslag, ademhaling en reflexen. Bij schijndood zijn de reflexen vaak uitgeschakeld. Ook is bij schijndood de ademhaling en de hartslag bijna niet waarneembaar. Gelukkig kan met de moderne medische hulpmiddelen beter gecontroleerd worden. Via een EEG kan elektrische activiteit in de hersenen worden geregistreerd.

De doodverklaring ligt niet bij de lijkschouwer. Toch komt het wel eens voor dat deze een vermeende dode op zijn tafel krijgt, die later begint te ademen of te bewegen en levend is. In gevallen waarbij schijndood eerder optreedt, wordt er wel extra gecontroleerd. Door de minimale duur van 36 uur voor begraving, kan eventuele schijndood opgemerkt worden. Maar zelfs dan is er nog steeds een hele kleine kans dat iemand levend begraven wordt. Een wel hele kleine kans! Cremeren brengt overigens minder leed met zich mee als ze dan toch van je af willen: crematie gaat zo snel dat je er niet eens wat van voelt, mocht je nog levend zijn.